Deze versie is aangepast voor online gebruik. De originele, vormgegeven versie kan je hier downloaden:

Dirk Van de Perre

Als illustratie de kaart van de zone Idegem-Ninove (bijlage) met als referentie
https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/113463

 De vernieuwde Inventaris van het onroerend erfgoed

De in de titel vermelde gebieden zijn vastgesteld in een ministerieel besluit van minister Matthias Diependaele van 5 mei 2020. Om beter te begrijpen wat dit nieuwe besluit inhoudt, raadpleegde ik de voordien mij onbekende vernieuwde elektronische Inventaris van het onroerend erfgoed, die sinds 13 mei 2019 operationeel is. In deze vernieuwde inventaris zijn alle gegevens over onroerend erfgoed in één databank samengebracht. Het snelst is deze databank toegankelijk via de kaart van het geoportaal. Op de kaart van Vlaanderen hoeft men maar te klikken op een plaats (een grotere zone en bij vergroting een perceel ) om alle erfgoedgegevens van die plaats te kennen. Niet minder dan twintig soorten gegevens zijn op de kaart samengebracht in vijf rubrieken: beschermd erfgoed (5 thema’s); vastgestelde inventarissen (5 thema’s); erfgoedlandschappen; Unesco werelderfgoed (2 thema’s); plannen (2 thema’s); wetenschappelijke inventarissen (5 thema’s). Die veelheid van gegevens maakt het lezen van de kaart én erg leerzaam én verwarrend, dit laatste zeker bij de eerste confrontatie. Het heeft me enkele dagen tijd gekost om goed het onderscheid tussen al die categorieën te begrijpen.

Hier mijn bevindingen toegepast op het aspect landschappen. Er zijn drie gradaties, gerangschikt van een hoge naar een lage graad van bescherming.

Er zijn de beschermde landschappen (cultuurhistorische landschappen), bv. het Neigembos (Ninove) en het Raspaillebos (Geraardsbergen),  en beschermde dorps-en stadsgezichten. Dit is de hoogste categorie van bescherming, waarvoor subsidies zijn voorzien en strenge regels gelden. Deze beschermingen worden vastgelegd bij ministerieel besluit.

Er zijn de vastgestelde landschapsatlasrelicten, voor mij een voorheen onbekende categorie. Op de kaart van het geoportaal zijn deze zones met een rode lijn afgebakend. Deze zones zijn in oppervlakte groter en omvattender dan die van de beschermde landschappen. De in de titel vermelde drie zones in de Dendervallei horen tot deze categorie. De vaststelling gebeurt bij ministerieel besluit. Zones die daarin opgenomen worden kunnen onder bepaalde voorwaarden van een subsidie genieten.

Er is de wetenschappelijke inventaris van het landschappelijk erfgoed. De drie stukken Dendervallei worden ook in deze inventaris beschreven en de afbakening ervan is dezelfde als in de vorige categorie. In deze inventaris worden landschappen enkel beschreven en gedocumenteerd. Aan de in deze categorie beschreven landschappen zijn geen juridische gevolgen of subsidies verbonden. Deze zones zijn groen omlijnd op de kaart van het geoportaal (of rood als het landschap ook is vastgesteld). Het stuk Dendervallei tussen Schendelbeke en Nederboelare hoort bijvoorbeeld  in deze categorie thuis en is dus groen omlijnd. In deze inventaris wordt een onderscheid gemaakt tussen het landschappelijke geheel (de volledige omlijnde zone) en landschappelijke elementen. Elementen kunnen een voetweg of een bijzondere boom zijn.

Samenvattend: er zijn landschappelijke zones die louter beschreven worden, er zijn zones die beschreven én vastgesteld zijn en er zijn de beschermde landschappen, die soms wel , soms niet deel opgenomen zijn in de twee vorige categorieën. Toch soms vrij ingewikkeld om doorheen de bomen het bos te zien.

 

De drie zones in de Dendervallei, beschreven als landschappelijk geheel en vastgesteld als landschapatlasrelict

  1. Bellebroek en Dendermeersen tussen Oudegem en Wieze

Deze zone begint ongeveer aan de spoorweg Dendermonde-Schellebelle en eindigt aan de weg Wieze- Gijzegem. De dorpskernen en de bewoning van Mespelare en Denderbelle zijn er niet in opgenomen, wel de beschermde dorpskern van Wieze met het kasteel en het kasteelpark. Een klein gedeelte ligt op het grondgebied van Gijzegem en Herdersem.

  1. De Welle- en Kapellemeersen

De Kapellemeersen bevinden zich tussen de dorpskern van Erembodegem en de autosnelweg Brussel-Aalst. De beschermde Sint-Amanduskapel met de bron aan de rand van het alluvium valt juist binnen de begrenzing. De Wellemeersen sluiten langs de zuidkant van de autosnelweg bij de Kapellemeersen aan. Ze zijn al vroeger beschermd als landschap en zijn nu als onderdeel opgenomen in het nieuwe grotere landschappelijk geheel. De Wellemeersen liggen gekneld tussen de spoorweglijnen Denderleeuw-Aalst en Brussel-Gent, de autosnelweg en de bewoning van Denderleeuw. Het is een louter natuurgebied zonder bewoning. Van de Welle- en Kapellemeersen is de Dender de centrale as.

  1. Dendervallei tussen Idegem en Ninove en het Geitebos

Dit is van de drie gebieden het grootste. Het situeert zich tussen de sluis van Pollare en die van Idegem, een zone van ongeveer 10 km lang. Het is ook het meest gevarieerde gebied. Terwijl de twee vorige gebieden zich bijna uitsluitend beperken tot de meersen en moerassen van het alluvium zelf, wordt hier het landschap breed opengetrokken naar aanpalende dorpskernen, naar een open kouter en een boscomplex op de flanken.

Samen met de Dender vormt de spoorweg Denderleeuw-Geraardsbergen de centrale as van dit gebied. De zone van Ninove tot Pollare en Eichem wordt westelijk afgebakend door de Oude Eichembaan en oostelijk door de as Pollarebaan-Nekkersput-Dorpstraat. Het westelijk deel omvat de Veenbroeken (thans gedeeltelijk Geboortebos), een gebied waar vroeger turf ontgonnen werd, en gaat tot  aan het Hof van Eichem, een beschermde hoeve met een stuk beschermd landschap. Het kerkje van Eichem vast juist buiten de afbakening. Oostelijk bevinden zich de Pollare- en Molenmeersen, waar ooit de oudste dorpskern van Pollare lag en tijdens de middeleeuwen een watermolen stond. Deze zone eindigt aan de voetgangersbrug van Pollare,  een beschermd momument. Juist over de huidige brug bevond zich tijdens de middeleeuwen de burcht van Pollare. Het omvangrijke beschermde dorpsgezicht van Pollare is in de afgebakende zone opgenomen. Dit dorpsgezicht gaat van de brug over de kerk en omgeving tot aan de kruin van de heuvelflank, vanwaar een prachtig zicht op het dorp, de Dendervallei en de Vlaamse Ardennen geboden wordt.

Van Pollare en Eichem tot Zandbergen en Appelterre is langs de westelijke zijde van de Dender en de spoorweg de volledige Wilderkouter opgenomen met de windmolen, een beschermd monument met een klein stukje beschermd landschap errond. Langs de oostzijde tussen het gehucht Roost (Denderwindeke) en de Dender liggen de Kwaadbroeken en situeert zich de begroeide en omwalde motte van de ‘berg van Wedergrate’. Op Zandbergs grondgebied paalt daaraan het kasteel en het kasteelpark van de graven de Lalaing. Opnieuw maakt de afbakening een grote uitzwaai naar de heuvelflank tot aan de Heirbaan (Heidestraat in Nieuwenhove), waarin begrepen zijn het Hof van Lier (de voormalige kasteelhoeve) en het Geitebos (etymologisch afkomstig van heet/heide), een oud bronbos. Hier bevonden zich eertijds de steengroeven van de Zandbergse zandsteen, waarmee onder meer de gevels van de Ninoofse Abdijkerk zijn gebouwd. Aansluitend bij het kasteelpark is de beschermde kerk van Zandbergen nog net opgenomen, samen met de Denderbrug en de maalderij De Kroon, maar niet het Dorpsplein. Aan de overzijde van de Dender begrenst de Neerstraat in Appelterre het gebied dat eindigt aan de De Coomanstraat in Zandbergen, zodat het beschermde station van Zandbergen en de nog in bedrijf zijnde abdijhoeve Hof ter Kleie juist buiten de zone vallen.

Van Zandbergen tot aan de sluis van Idegem valt de spoorlijn als structurende as weg. De afbakening loopt tot aan de sluis van Idegem en het recreatiedomein De Gavers. In deze zone situeert zich langs de oostzijde wat nog rest van de voormalige cisterziënzerinnenabdij van Beaupré (Grimminge). Het beschermde dorpsgezicht van Grimminge met de kerk, de pastorie en het voormalige gemeentehuis valt eveneens binnen de begrenzing. Langs de westzijde van de Dender wordt het gebied begrensd door de spoorweg en de bewoning van Idegem. In dit gebied bevindt zich het waterrijk natuurgebied De Nuchten. De beschermde kerk van Idegem en het sluizencomplex vallen nog net binnen de afbakening, maar ook hier valt het dorpsplein er buiten.

 

Multidisciplinaire beschrijving van het landschappelijk geheel

De drie vermelde zones worden beschreven door Inge Verdurmen (archeologe van vorming) in een tekst opgesteld in 2018 en 2019. De tekst in de Wetenschappelijke Inventaris is het uitvoerigst. De tekst  in het ministerieel besluit bevat daarvan een verkorte samenvatting, met een motivatie van de afbakening en een waardebepaling van het geheel vanuit archeologisch, esthetisch, historisch, industrieel-archeologisch, ruimtelijk-structurerend, volkskundig en wetenschappelijk oogpunt. De beschrijving is ambitieus en omvat volgende hoofdstukken: fysische geografie, hydrografie, fauna en flora, cultuurhistorisch landschap, de rivier De Dender, bewoningsgeschiedenis, dorpsontwikkeling, huidig landgebruik. De beschrijving wordt afgesloten met een uitvoerige en tot vandaag bijgewerkte  literatuurlijst, waarin cartografie en artikelen verschenen in ons tijdschrift Het Land van Aalst prominent aanwezig zijn. Uiteraard is de tekst van Verdurmen een compilatie van wat in de bestaande literatuur aanwezig is. Haar tekst is een verdienstelijk synthese en het is de eerste maal dat het Denderlandschap vanuit een zo brede invalshoek beschreven wordt. Maar dergelijke compilatie houdt ook het gevaar in dat clichés en onjuistheden, die bijvoorbeeld door De Potter en Broeckaert rond 1900 neergeschreven zijn (naast het vele goede dat hun werk  over de geschiedenis van de gemeenten bevat), opnieuw herhaald en bevestigd worden in een tekst die door  zijn toegankelijkheid en zijn status van officiële document van de Vlaamse Overheid, heel veel zal gebruikt en geciteerd worden.

 

Gevolgen op het terrein?

Wat is de concrete impact van het ministerieel besluit op de drie Denderlandschappen? Te velde verandert er weinig. Wat in de gewestplannen al als natuurgebied, natuurreservaat en landschappelijk waardevol agrarische gebied is vastgelegd, wat door Monumentenzorg al beschermd is, wat in de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed als waardevol is opgenomen, wat in de Biologische Waarderingskaart beschreven is, wordt nu tot één juridisch geheel samengevoegd, maar zonder dat nieuwe stedenbouwkundige implicaties worden opgelegd. Er is bij de afbakening zeer terughoudend te werk gegaan. “De bewoningskernen zonder erfgoedwaarde werden in de mate van het mogelijke uitgesloten”, aldus Verdurmen. Ik neem als voorbeeld Zandbergen. Daar vallen de kerk en de maalderij De Kroon net binnen de zone, maar niet het Dorpsplein, waaraan deze gebouwen gelegen zijn. Een zeer kunstmatige en onnatuurlijke begrenzing.  Als ik vergelijk met het in 2011 vastgestelde landschapsatlasrelict  ‘Neigembos, Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, Berchembos en Hunselbeekvallei’ (waarvan ik het bestaan pas nu dank zij de kaart van het geoportaal ontdekt heb), stel ik vandaag een terughoudende reflex vast. In 2011 durfde men nog een groot landschapsblok gaande van de Steenweg Ninove-Halle tot de Steenweg Asse-Edingen als één landschapsgeheel definiëren, in feite een groot landschapspark, waarvan de bewoning deel uitmaakt. In 2020 is men in de Dendervallei niet zo ver gegaan. Maar behoort bewoning niet tot het landschap, ook al is niet elke woning afzonderlijk als erfgoed te beschouwen? Het bewaren van de homogeniteit van een landschap is een kwestie van schaal en van het in stand houden van bepalende functies. Met het wegsnijden van de bewoning uit het landschapsgeheel lost men de mogelijke aantasting van een landschap niet op. Want wat als morgen in Zandbergen een eigenaar aan het Dorpsplein net buiten de afbakende zone een bouwaanvraag indient voor een appartementsblok, wat als een energiebedrijf een windmolen van 150 m hoog wil plaatsen op de niet opgenomen Molenkouter in Appelterre? Wat als binnen de afgebakende zone een kerk tot restaurant wordt omgevormd en een historische hoeve  een wooncomplex wordt?  Worden in de huidige praktijk landschappen niet te zeer als strikt afgebakende en geïsoleerde relicten gedefinieerd?

Laat ik eindigen met de positieve gevolgen van het ministerieel besluit. Het belang van het Denderlandschap is nu wettelijk vastgesteld. Versnipperde beschermingen zijn nu samengebracht in grote landschappelijke gehelen, dat als geheel juridisch is vastgesteld. De aandacht is verschoven van het afzonderlijke element naar het geheel. Dat is een belangrijke en niet terug te draaien verworvenheid. Vele fietsers hebben via het Denderfietspad tijdens deze coronatijden de rust en schoonheid van de Dendervallei ontdekt. Moge de bepaling van dit landschappelijk geheel voor de betrokken gemeentebesturen de aanleiding zijn om ook in de aangrenzende gebieden met grote voorzichtigheid over de stedenbouwkundige ontwikkelingen te waken. Deze randzones zijn als de verpakking rond het geschenk, dat de ministeriële en juridische erkenning  van drie grote landschappelijke zones in de Dendervallei is. En voor wie zijn streek beter wil leren kennen, raad ik aan af en toe enkele uurtjes te grasduinen in de vernieuwde elektronische Inventaris van het onroerend erfgoed. Via de kaart van het geoportaal heeft men met een muisklik direct toegang tot alle informatie over archeologie, bouwkundig erfgoed en landschap.

 

Dirk Van de Perre

Hoogstraat 23

9401 Ninove-Pollare

dirkvandeperre@skynet.be

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Categories:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *